Sarah-goes-wild.reismee.nl

De laatste week als verpleegkundige!

Maandagmorgen waren Myrthe en ik weer klaar om te gaan werken in de kliniek. We begonnen terug als poetsvrouw! Vonden we wel fijn om te doen. We zijn namelijk heel blij dat ze werk voor ons hebben want meestal is er niet zoveel te doen. Daarna vroegen we terug wat we konden doen. Toen mochten we de stock tellen en de voorraad in de kast. Ze verbaasden zich soms echt dat we snel kunnen werken. Er zit duidelijk geen Afrikaans ritme in mij! Als ik werk moet het vooruit gaan.

Dinsdagmorgen was het terug baby’tjes vaccineren. Ik had een baby’tje gevaccineerd en Saida zei me plotseling dat ze me nog eens ging tonen hoe ze hier gingen vaccineren. Dit vond ik raar want ik had het al gezien en vorige week deed ik 20 baby’s praktische alleen. Maar bon, ik luisterde naar haar en ze toonde het me voor. De techniek is net hetzelfde als bij ons. Zij gaan enkel de naald heel traag gaan inbrengen. Wat zorgt voor meer pijn. Volgens hen zorg ik voor meer pijn doordat ik te snel de naald plaats. Bon ik aanvaarde hun commentaar en ging mijn volgende spuit klaarmaken. Saida vroeg me opnieuw om te stoppen. De moeders weigerden allemaal gevaccineerd te worden door Myrthe en mij. Wat een gezever. Daar kon ik echt niet om lachen. De afgelopen 3 weken had ik al de kinderen al gevaccineerd en plotseling zeggen een stelletje moeders dat ik niet kan vaccineren?

Ik was hier niet mee gediend. Ik vroeg aan Saida wat er nu allemaal gebeurde. Uiteindelijk ben ik kwaad weggelopen. Het is niet omdat die moeders mij niet wouden als verpleegkundige dat dit ook zo moest gebeuren. Saida had maar moeten uitleggen dat ik het wel kan. Ze weet dat ik het kan.

In de namiddag gingen we naar Kampala. Opnieuw boodschappen doen voor de hele week. En we gingen voor het eerst in 3 weken een taartje gaan eten. DIT WAS DE HEMEL! De chocoladetaart heeft me nog nooit zo gesmaakt, samen met mijn milkshake.

De volgende dag gingen Myrthe en ik opnieuw naar de kliniek. We waren allebei benieuwd hoe de verpleegkundigen zouden reageren. Op woensdag zijn het telkens de zwangere vrouwen die langskomen. Het was volledig anders of gisteren. De verpleegkundigen deden normaal tegen ons. Ze lieten ons zelf de onderzoeken uitvoeren die vroedvrouwen moesten doen. Wat wij dus helemaal niet kunnen! Ik moest de vrouwen onderzoeken en inschatten hoeveel weken ze ver waren. Ik moest het hoofd voelen en naar het hart luistern. We mogen dus niet vaccineren maar wel een vroedvrouw zijn. Wat is het hier toch raar in Afrika!

Op donderdag mocht ik dan uiteindelijk mee met de outreach. Hier keek ik echt naar uit. Dit is met twee verpleegkundigen en een chauffeur. We gingen naar buurten waar er geen hospitaal aanwezig is. We hadden een bankje mee, twee stoelen en twee boxen met materiaal. Er zaten 10 moeders op het gras te wachten op ons. Op het terrein was er ook nog een school. Toen we begonnen met de baby’s te vaccineren was het ook net speeltijd. Er stonden plots 60 kinderen rond ons. Allemaal mij in de gaten aan het houden, de mzungu! Echt ongelooflijk! Ik zag al die ogen op mij gericht. Het was best wel tof om te doen. Wat ook heel raar was dat we tijdens het rijden een dorpje passeerden en al de huizen hadden er dakpannen. Zo raar om terug dakpannen en deftige huizen te zien. Ik vond het zo grappig dat ik even stil stond bij de dakpannen. Uiteindelijk is het niet bij 10 moeders gebleven, want zoals ik al geleerd heb, komen er heel vaak vrouwen te laat.

Morgen is mijn laatste dag in het ziekenhuis! Eens benieuwd hoe die zal verlopen. Dit zullen jullie wel allemaal horen volgende week. Ik ga genieten van mijn laatste weekend hier, zonder blog. Lekker spelen met de kinderen, gaan eten met de vrijwilligers, typische Afrikaanse gerechtjes nog eens eten, … En dan van alles hier afscheid nemen! Hopelijk keer ik snel terug naar dit prachtige land!

Weekendoverzicht!

Ja, dit weekend kwam het leiderschap terug in mij naar boven. Ik heb het volle weekend vooral met de kinderen op het project gespeelt. Sommige kinderen gaan in het weekend naar huis, anderen blijven hier. Dit zijn dan meestal de weeskinderen. Ik heb hen van alles geleerd: Chinese voetbal, dikke Bertha, gescheurde broek, pang, …

Ze vonden het geweldig om nieuwe spelletjes te leren. En ze zijn veel betere luisteraars dan de kinderen van de KLJ. Daar kunnen ze nog wat van leren! Ik heb ook enkele spelletjes van Oeganda geleerd. Maar vraag me niet meer hoe ze noemen! Het was zo ontzettend warm om hier te spelen. Er trok ook één kindje zijn tshirt uit. Toen de anderen zagen dat ik deze tshirt opvouwde, deden ze plots allemaal hun truitje uit. Gewoon omdat ik hun shirtjes zou kunnen op plooien. Hilarisch!

Plotseling begon het te regeren. Wat een grote druppels. Je bent in 10 seconden kletsnat. Dat heb je nog nooit gezien. We renden naar een gebouw al lachend, huppelend en schreeuwend. Daar begonnen we op de ruiten te staan en allemaal te kijken naar buiten, naar die harde regen. Het was fantastisch. Ik kon het niet laten om ze te pesten en ik nam wat water en spatte ze nat. Er ontstond een watergevecht. Echt grappig!

Even later waren ze die ruimte aan het schoonmaken. Je kan het vergelijken met een sporthal van bij ons. Elke zaterdag wordt deze gekuist (omdat het zondag misdienst is). Ik kan niet lang stilzitten dus ik begon ook mee te helpen. Ondertussen was er ook iemand aan het drummen. Ik kan ook niet lang stilzitten als ik muziek hoor dus ik begon te dansen met de borstels. Al die kinderen wouden plotseling ook allemaal helpen. Ze waren 6 en 7 jaar. Ze verveelden ze zich en het kuisen leek plotseling heel leuk. Er hebben mij wel 10 kinderen gevraagd of ze mijn borstel mochten gebruiken. Ze wouden telkens tonen dat zij mij wouden helpen. Terwijl ik hier ben, met het doel, om hen te helpen. Ze riepen ook heel de tijd auntie auntie look look!! Ik moest kijken hoe goed ze bezig waren. Ze zijn allemaal zo lief.

Soms dacht ik wel bij mezelf dat het best wel zielig is dat kinderen van 6 jaar een ruimte zitten schoon te maken op een zaterdag. Ik merkte ook dit weekend dat ze zich echt wel vervelen. Ze zitten hier al elke dag in de week. Ze hebben enkel maar elkaar. Ze hebben ook geen privé speelgoed of boekjes waar ze in kunnen kijken.

Ik merk wel heel snel dat ze zich gaan binden aan je. En dat wil ik absoluut vermijden. Het afscheid wordt dan nog moeilijker. En dat zal nu al moeilijk genoeg zijn. Ik had twee uur met hen gespeeld en ik kreeg gewoon mijn handen niet meer los. Ze wouden allemaal mijn hand vasthouden, naast mij lopen, … Ze begonnen er zelf ruzie over te maken. Sommigen streelden ook mijn armen. Om toch maar aan mij te kunnen komen. Ik probeer zoveel mogelijk groepsspellen te spelen en niet te lang met hetzelfde kindje te praten. Zo vermijd ik dat ze zich gaan hechten aan mij.

Zaterdagmorgen ben ik ook gaan helpen in de kliniek. Ik vond van mezelf dat ik toch eens in het weekend moest gaan werken. Zoals een echte verpleegkundige! Zondag is het ziekenhuis niet open. Dat is het begin van de week en dan gaan ze vooral bidden. In het ziekenhuis vond ik het super. Ik hem drie patiënten zelfstandig mogen doen. De verpleegkundigen vertelden me dat ze mij gingen missen. Ik vertrek al over een week en wil hier helemaal nog niet weg. Ik voel me hier soms meer thuis dan in België. Er vroeg zelf één iemand van de verpleegkundigen wat ik voor haar zou achterlaten. Ik antwoorde heel vriendelijk terug: wat zou je willen dat ik voor je achterlaat? Koos ze toch wel voor mijn telefoon zeker, haha. Daar had ze me mooi.

Trouwens even mijn vriendinnen bedanken voor de grappige, lieve, hilarische, enthousiaste brieven die ik heb gekregen. Ik lees er niet elke dag één want soms ben ik zo druk met mijn leventje hier. Maar als ik ze lees, vind ik het fantastisch!

Ja, de eerste bevalling! En wat voor één.

Vandaag kwamen zwangere vrouwen om de nodige onderzoeken uit te voeren (wegen, bloeddruk meten, … ). Mirthe en ik waren de chaos zo beu dat we een systeem bedachten om het werk vlotter te laten verlopen. Mirthe ging meten en wegen en ik zou de administratie doen. Dit lukte vrij vlot. De vrouwen moesten ook nog onderzocht worden door de vroedvrouwen. Soms duurde het een halfuur tegen er iemand onderzocht werd. Echt super frustrerend. Het is hier allemaal op het Afrikaanse ritme. De jongste patiënt die we vandaag onderzocht hadden was 14 jaar. Zwanger voor de eerste keer. Ze was heel verlegen en zag er echt nog uit als een kind. Telkens stel ik me dan de vraag, is dit een gewilde zwangerschap?

Deze avond gingen we met alle vrijwilligers eten in Kampala. Toen we terug thuis kwamen, ging ik naar de kliniek. Er waren namelijk drie mogelijke bevallingen. Ik kwam in de kliniek in en er had al één vrouw hevige weeën. Het was toen 11 uur. Ik moest de vrouw opnieuw masseren aan haar onderrug. Ik gaf haar ook mijn hand zodat ze er kon in knijpen. In het begin durfde ze dit niet maar toen ik het meerdere malen zei, begon ze het toch te doen. Het was zo dubbel om iemand zijn hand vast te houden van dezelfde leeftijd. De vrouw was 21 jaar en zwanger van haar tweede kind. Daar stond ik dan. Ik als verpleegkundige (niets wetend van baby’s of bevallingen), Saida als vroedvrouw (die ondertussen al 500 baby’s heeft geboren zien worden) en de zwangere vrouw. Allemaal de leeftijd van 21. De vrouwen bevallen hier ook alleen. De mannen worden ofwel opgebeld na de bevalling of blijven in de ruimte ernaast wachten.

Na een uur begon de vrouw echt te persen. Ondanks haar proberen, kwam de baby niet voorruit. Even werd er gevreesd dat de navelstreng rond het hoofd zou zitten en dat het daardoor kwam dat het kindje niet vooruit kon. De vrouw begon steeds heviger en hevigere te roepen. Ze had heel veel last van haar benen. Saida zei ook dat de vrouw heel vermoeid werd. Saida sprak de vrouw aan over haar roepen. Aléja sprak aan, ze riep gewoon tegen de vrouw dat ze moest ophouden. Er mag hier niet geroepen worden tijdens de bevalling. Een vrouw hoort zich te gedragen.

Saida vroeg ons ook om te bidden voor de zwangere vrouw. We moesten ons hand op de buik leggen en iets wensen voor haar. Fenne en ik hebben dat gedaan. Maar het was een ervaring erbij. Saida zei dat we dit goed deden! En als Saida het goed vindt, dan is het goed. Het is trouwens een schat van een vrouw! Ze begeleidt me echt super goed in de kliniek.

Op een bepaald moment ging de vrouw rechtstaan. Ze ging van de stoel en wou al staand gaan persen. Ik zag aan saida dat dit een goed idee was. Saida zei dat ze niets kon doen aan de vrouw. Haar wil was wet. Toen gebeurden er echt rare dingen. De vrouw ging zitten op haar knieën, terug rechtstaan, op haar hurk gaan zitten. Ondertussen verloor ze bloed en water op de grond. Echt allemaal heel schrikwekkend om dit als eerste bevalling mee te maken. De vrouw nam op een bepaald moment ook mijn been vast en neep erin. Ze keek me zo zielig aan. Ze was ten einde. Ik moest haar infuus ook opnieuw aanschakelen omdat ze echt aan het verzwakken was. Tegelijkertijd moest ik zorgen dat ze het infuus er niet uittrok. Ze kroop maar rond op de grond.

Ondertussen kwam er een tweede vroedvrouw de kamer binnen. Ze maakte haar kwaad en de vrouw moest terug op de stoel gaan zitten. Ze moest kalmeren en nu echt eens beginnen persen. Het is ook heel raar om dit mee te maken. Ze staan soms te schreeuwen, te lachen, te roepen, ... Je begrijpt helemaal niet wat ze allemaal zeggen. Het kindje kwam er uit om 01u15. Het was een jongen!

Ondertussen was er nog een andere vrouw aan het bevallen. Ik deed handschoenen aan en ging daar gaan helpen. Het was een heel klein baby’tje. De vroedvrouw knipte de navelstreng los en ik mocht het kind gaan inpakken. Hier ligt elk kind in minstens 5 dekens. Het is ook heel raar om te zien dat deze vrouwen totaal niet blij zijn met hun kind. Als we het kind naar de vrouw brengen hebben ze er geen oog voor. Ook zijn ze emotieloos als ze het kindje voor de eerste keer horen huilen. Er was zelf een vrouw bij die niet blij was met haar zoontje. Ze wou een meisje. Bij het trouwen van de dochter, krijgt zij namelijk geld van haar schoonfamilie.

Ondertussen heb ik al 4 bevallingen meegemaakt. Hierbij probeer ik zo goed mogelijk de vroedvrouwen te helpen. Misschien had ik toch vroedvrouw moeten worden. Haha, nee grapje. Geef mij toch maar het verpleegkundige beroep!

Monday, workday

Deze morgen om 9 uur begonnen in het ziekenhuis. Vrijdag zijn er twee nieuwe vrijwilligers bijgekomen, Mirthe en Marlous. Mirthe is ook een verpleegkundige. Ik heb ze vandaag begeleid in het ziekenhuis. Ik merkte toen ik uitleg gaf hoeveel ik eigenlijk al wist van de kliniek. Voor mij leek dat niet zo duidelijk want de chaos is altijd groot als ik ging gaan werken.

We begonnen de maandag wel als poetsvrouw. Ik vond het best wel fijn om te doen. Want vaak zit je gewoon met je vingers te draaien. We moesten enkele ruimtes kuisen en de stock ordenen en sorteren. Hierbij gaf de verpleegkundige uitleg over verschillende medicatie. Het opruimen van de stock was echt heel gezellig. De verpleegkundige praatte constant tegen ons. Ze stelde heel veel vragen. Ik heb zelf het Belgische gezondheidszorgsysteem proberen uitleggen. Dat was een lastige om allemaal de verduidelijken.

Daarna mochten we helpen met administratief werk aan de receptie. Het lukt me steeds beter en beter om dit te doen. Ik leer hun speciale afkortingen en hun lelijk handschrift te ontcijferen. Ik heb ook kinderen medicatie IV gegeven. Dit komt hier heel vaak voor. Kinderen krijgen een infuus voor vijf dagen. Elke dag krijgen ze dan een bolustoediening. Heel vaak merk ik dat het infuus verstopt zit. Materiaal of geld hebben ze hier niet om het te vervangen. De medicatie wordt er dan gewoon ingespoten, vaak naast de vene. De kinderen krijsen het dan uit van de pijn. Mirthe en ik weten hoe we dit moeten voorkomen maar het is gewoon niet mogelijk om het hier te doen. Zo frusterend.

Ook de medicatie is hier heel apart. Ze krijgen een voorschrift van de arts en dan moeten wij dit klaar leggen. Dit zijn soms maar 3 pilletje. Alsof een dosis van drie pillen voldoende is? Ook wordt soms de diagnose gesteld maar hebben ze het geld niet om de volledige behandeling te betalen. Dan krijgen ze maar een deel van de pillen mee naar huis.

Die middag had ik ook mijn nummer opnieuw aan Saida gegeven. De vorige keer had ze het opgeschreven, maar ra ra ra dat is verdwenen doorheen de rommel. Ik grapte nog naar haar dat het misschien vanavond wel zou gebeuren. Dat ze me zou bellen voor een bevalling.

En ja dat was ook zo! Om half 11 werd ik gebeld door haar. Iedereen ging net slapen maar plots stond heel het huis in rep en roer. Iedereen was zo enthousiast. Mirthe en ik gingen sowieso naar de bevalling maar er mocht ook nog één iemand van de andere meiden mee. Dit was nu Danique. We renden naar het hospitaal maar dat was helemaal voor niets nodig. Saida zei dat ze me telkens ging bellen wanneer de vrouw echt pas klaar was om haar baby te krijgen. Daarom dat we ons zo hadden gehaast.

We hebben daar uiteindelijk drie uur zitten wachten. Wachtend op hevigere wenen. Ondertussen moest ik de vrouw gaan masseren op haar rug. Blijkbaar helpt dat! Na drie uur zei Saida dat we terug konden gaan slapen en dat ze ons opnieuw zou opbellen. Danique kroop bij mij in bed zodat we zeker de telefoon zouden horen.

Om half 6 was het zover. We stapten nu naar het hospitaal omdat we dachten dat we nog tijd hadden. Maar dat was even misrekend. Toen we aankwamen lag de moeder al in bed en Saida was de baby aan het verzorgen. Het was net 10 min geleden gebeurd. Saida was heel trots dat ze ons uitleg kon geven. Ze verzorgde de baby en daarna mochten we foto’s nemen van het kind. Op den duur was het een echte fotoshoot en dat voelde wel wat raar aan. Ik mocht als eerste het kindje vasthouden. Het was een meisje van 3.5 kg. Ze heette Deborah (Deed me direct denken aan mijn nichtje!). Ze had al zeven kinderen en haar zevende kind heette Sarah, wat een mooie naam is dat.

Ik mocht het kind aan de moeder geven. De communicatie met het koppel verliep heel moeilijk. Ze waren nog maar net van Burundi naar Oeganda gekomen. In Burundi spreken ze Swahili. Saida spraak maar een paar woorden Swahili. Engels verstonden ze helemaal niet. Ook enkele woorden Frans zouden ze moeten verstaan, volgens Saida. Maar toen ik dat probeerde reageerde ze ook niet op wat ik zei. Ze knikten enkel. De ouders waren heel trots dat er drie mzungu’s aanwezig waren bij de bevalling en ze wouden met ons op de foto. Deze foto ga ik proberen afdrukken aan en hen meegeven. Het was voor ons een heel leuk avontuur maar ook voor het koppel. Je ziet dat zelf zonder communicatie er heel wat mooie dingen kunnen gebeuren.

Trouwens iedereen bedankt voor de reacties! Super om te lezen. Ik heb hier echt veel te weinig tijd. Over twee weken ben ik al thuis! Mij mogen ze hier gerust nog een paar weken laten!

Banda Island

Dit weekend gingen Danique en ik opnieuw de toerist gaan uithangen. We gingen naar Banda Island. Dit is een eiland gelegen op het Victoriaans meer. Voor Danique en ik aan onze trip begonnen, moesten we tot het doingoood huis geraken. Met onze koffer en trekrugzak moesten we op de boda boda. Dat was niet zo handig. Telkens de man van de boda over een hobbel reed, viel ik bijna van de boda. Echte buikspieren waren hier voor vereist, jammer dat ik die niet had.

Bij het doingoood huis stond Inge ons op te wachten. De taxi die er hoorde te staan voor alle vrijwilligers was namelijk al vertrokken. Hij had een te kleine auto mee om ons allemaal te kunnen meenemen.

We kwamen aan in de haven van Entebbe. Een echt vissersdorpje en dat kon je ook ruiken. We liepen door de straten van het dorpje en de mensen wouden allemaal ons helpen. Ze trokken aan je en aan de valiezen. Ze wouden deze valiezen dragen, natuurlijk tegen betaling. Na een uur wachten konden we op de boot. In de boot konden er ongeveer 20 mensen.

De mensen op de boot kwamen van overal, van Texas, Australië, Duitsland, China, … Allemaal woonden ze in Oeganda voor een jaar of langer. Het was heel gezellig op de boot. Toen we aankwamen op het eiland, 2.5uur later, waren we echt al een vriendengroep. Dit was ook de groep waar we het weekend mee zouden doorbrengen.

Het eiland was echt prachtig! We kwamen daar om 4 uur toe. Na de omgeving wat verkend te hebben zijn we gaan zwemmen in het Victoriaans meer. Andrew (de eigenaar van het eiland) vertelde ons dat er krokodillen en nijlpaarden in het water zaten. Ook van slangen moesten we oppassen. Hij zei gewoon doodleuk dat je niet op een slang moest gaan trappen. De normaalste zaak van de wereld. Al de andere toeristen vonden slangen heel normaal en vonden het absurd dat wij er geen in onze tuin hadden.

Om half 7 stonden we op het dak van het huis. We waren klaar om de zonsondergang te zien. Ik weet niet meer of ik dit al geschreven heb maar hier is het telkens donker om 7 uur s ’avonds. De zonsondergang was echt adembenemend. We hadden uitzicht op het eiland en het victoriaans meer.

Daarna gingen we eten. Wat heerlijk was dat eten. Er stond een buffet klaar en ik heb volgens mij drie keer aangeschoven. Tijdens de week probeer ik enkele keren rijst met bonen te eten of pocho. Net zoals de kinderen op ons project elke dag moeten eten. S ’avonds proberen we dan iets te koken met zijn allen maar dat is meestal niet zo veel en niet zo lekker! Echte kokkinnen zitten er niet echt in de groep. Alles maken we lekker door er ketchup bij te doen. Danique en ik zijn volgens mij al verslaafd aan ketchup. Dus deze maaltijd kwam echt uit de hemel. En trouwens, mama, ik mis je eten hier duidelijk, haha! Ik kan niet wachten om je spaghetti te eten.

De volgende dag gingen we zonnen. We konden maar een halfuurtje in de zon liggen, zo heet was het. Het was telkens afkoelen in het victoriaans meer. Ook al smeerde ik me om het uur in met factor 50. Ik had een mooi rood kleurtje.

In de namiddag gingen we naar het dorpje aan de ander kant van het eiland. Dit deden we in het heengaan te voet. Lekker door een oerwoud stappen. Het dorpje was klein maar opnieuw weer heel arm. De kinderen reageerden zelf niet als we iets tegen hen zeiden in het Engels. Ze verstonden geen woord Engels. Sommige kinderen gingen naar school maar dat was op een ander eiland. De kinderen waren heel aanhankelijk. Ze klommen op je en namen je hand vast. Ze wouden telkens gedragen worden. Dit voelde best vreemd aan want op ons project is dit niet zo.

Andrew vroeg of ik wou poolen. In een heel primitief cafeetje waar er geen stoelen of tafels stonden. Jenny (Duits) en Sammy (Australië) waren een team tegen een Oegandese man en ik. Best wel erg dat ik telkens het spel verprutste want die Oegandese man kon heel goed poolen. Maar hij vond het wel heel tof om in mijn team te zitten. Ik speelde dan maar mijn charmes uit door de tegenstanders af te leiden door te zingen of hen negatieve commentaar te geven. Maar het heeft niet mogen zijn, want we zijn verloren.

We keerden terug met de speedboot van Andrew. Kleine kinderen duwden onze boot diep genoeg in het water. Ze waren 3 tot 5 jaar. Andrew is trouwens super goed voor de kinderen op het eiland. Ze houden allemaal van hem. Hij kent ze ook bij naam en ze komen allemaal naar hem toegerend. Hij merkte bijvoorbeeld ook op dat er een jongentje plotseling heel anders was dan ervoor. Hij had ook wonden op zijn gezicht. Ik zag die eerlijk gezegd niet duidelijk. Wat bleek? Deze jongen is geslagen op school en niet voor de eerste keer. Hij was eerst een heel enthousiaste jongen en slim maar nu zei hij niets meer. Andrew ging dit alleszins verder bekijken. Op ons project is er ook gebleken dat er een meisje geslagen is geweest. En niet zomaar een pedagogische tik. Momenteel zijn we met de vrijwilligers en de coördinators aan het kijken hoe we dit gaan aanpakken. Want zoiets kan gewoon weg niet!

S’ avonds kregen we een lekker barbecue. Yes, echt grote stukken vlees! Dit was geleden van in België. Telkens hadden we ook een kampvuur. Het was zalig om aan het kampvuur te zitten met al deze verschillende mensen van over de hele wereld. De sterrenhemel is hier trouwens echt prachtig. Zoveel sterren heb ik nog nooit gezien.

De volgende ochtend werden Danique en ik, in onze tent, wakker door de donder. We stonden snel op. Het was aan het waaien en aan het donderen. Het leek erop of er een storm zou komen. En dit wouden we niet missen. Een storm is er uiteindelijk niet geweest maar de eerste Oegandese regen heb ik wel meegemaakt.

Om twee uur in de namiddag vertrokken we terug richting huis. Eerst op de boot en dan een taxi. Toen de boot aankwam in Entebbe was het verschrikkelijk. De mannen zagen de boot aanvaren en ze kwamen met 20/ 30 man op onze boot af. Ze trokken aan je, ze riepen je, ze namen tassen waarvan ze niet wisten van wie het was, … het was heel chaotisch. Ze wouden allemaal iemand dragen uit de boot en naar land nemen. Daarvoor krijgen ze namelijk geld, 3000 shilling. Sommige mannen probeerden zelf Olivia vast te nemen. Ze is een meisje van 6 jaar. Haar vader werd heel kwaad op de Oegandese mannen. Ik was heel blij dat ik uit die boot was. Aan land hebben we nog een groepsfoto gemaakt en toen gingen we onze taxi zoeken. Tot onze hele grote verbazing (niet dus) stond onze taxi er nog niet. We moesten een halfuurtje wachten. Er was blijkbaar Traffic Jam.

Niet alleen de boot was een hel maar ook de autorit. We stopten aan het doingoood huis en Danique en ik waren klaar om naar huis gebracht te worden. De taxidriver zei dat dit helemaal niet de afspraak was. Het was onder tussen al 20h. Danique en ik konden dus niet naar huis. We mogen niet meer na 19h de boda boda of taxi nemen. Het is namelijk gevaarlijk. Ze kunnen ons helemaal ergens anders brengen en bedreigen dat we hen geld moeten geven.

We hebben Inge en Rita moeten bellen om verduidelijking te vragen. De taxidriver is uiteindelijk eerst nog naar een afspraak gegaan in een hotel en is ons dan terug komen ophalen. We moesten 50 000 shilling opleggen zodat we thuis zouden geraken. We waren rond 23h eindelijk thuis.

In ons huis hadden we bezoek van John (taxidriver van Jinja). Hij werkt ook op het project. Hij had ons die avond meerdere keren gebeld omdat hij hoorde dat we niet naar huis konden geraken. Hij wou zelf achter ons komen. Dat is 1u30 heen en terug rijden. Hij had uiteindelijk gehoord dat we het geregeld hadden en bleef op ons wachten op het project. Hij is zo een bezorgde man! Hij noemt zichzelf ook AK47. Dat is het geweer dat alle veiligheidsmensen hier bij zich hebben. Telkens we hem nu zien, roept hij heel luid ‘AK47’. Super grappig!

Na wat bijgebabbelde te hebben met de andere girls gingen we slapen. Want morgen is namelijk werkdag!

Ohja, waarom ben ik geen leerkracht geworden?

Vandaag wou ik eens iets anders gaan doen! Ik ging met Danique mee naar haar klasje. Daar zitten kinderen van 6/7 jaar. Danique werd ziek en ging naar huis om uit te rusten. Fenne is afgelopen twee dagen ook ziek geweest. Benieuwd wanneer het mij zal treffen want ik denk dat dit hier onvermijdelijk is.

In het klasje was het fantastisch. De kinderen zijn heel enthousiast om te leren. De leerkracht bereidt haar les voor en ondertussen kunnen de kinderen enkele prenten herhalen. Er is één kindje die de pointer krijgt en die gaat dan voor juf spelen. De kinderen smeken om te mogen antwoorden, ook al weten ze het antwoord niet.

Ze moesten voornamelijk alles herhalen wat er gezegd werd en alles gaan spellen. De kinderen leren vooral lezen en uitspreken. Interpreteren van de dingen gebeurt hier niet. Ze kunnen de woorden bijvoorbeeld niet loskoppelen van hun voorbeeldzin. De les ging over hoe ze veilig eten moesten bewaren, zoals in een frigo, gaan koken, zouten, roken … Bij de frigo werd duidelijk gezegd dat niet iedereen dit heeft. En dat je veel geluk had als je dit had thuis. De meeste kinderen herkenden de frigo ook niet op de tekening. Het was gek dat kinderen van 6/7 jaar leerden hoe ze hun eten moesten bewaren.

Tussendoor stopte de leerkracht plots met lesgeven. De kinderen waren ondertussen oefeningen aan het maken. Ik moest hun werkjes gaan verbeteren. Ik zocht de leerkracht, maar een werkman zei me dat de leerkracht naar huis was. Daar stond ik dan voor een klas van 15 kinderen.

De kinderen waren in het begin heel afstandelijk maar tegen het einde van de les kropen ze allemaal op mijn schoot, kwamen ze aan mijn haar, trokken ze me van de ene kant van de klas naar de andere kant, … Ze leren me trouwens tellen tot 10 in het Oegandees, super grappig. De kinderen zijn zo enthousiast om ons iets te leren. Ook gisteren tijdens het eten uitscheppen leerden de kinderen me tot 10 tellen. Ze moeten altijd zo hard lachen met mijn uitspraak. Het is ook grappig dat Barabara (verantwoordelijke voor de keuken) er op hamert dat ze geen Mzungo zeggen maar auntie Sarah.

In de namiddag wouden Dagmar en ik zelf eens de student zijn. We besloten om naar de secondary school te gaan. We kozen een klas uit en vroegen of we hier een les mochten volgen. We wisten niet welke les er zou gegeven worden. Wat was dat balen. Het ging over landbouw. We kregen een schrift van een meisje naast ons zodat we konden meevolgen. We keken naar het begin van het schrift en dat ging terug tot juni 2013. Hier doen ze dus superlang met één schrift. De leerlingen komen ook te pas en te onpas binnen in het lokaal. Wij dachten dat er nog genoeg banken over zouden zijn voor de rest. Dit was ook zo in het begin maar na een halfuur stonden er toch twee jongens recht achteraan de klas. Als ik vroeg of zij niet moesten gaan zitten, werden ze heel verlegen.

Vanavond terug helpen in de keuken om de kinderen eten te geven. Altijd heel tof om te doen. De mensen van de keuken zijn heel blij met onze hulp en de kinderen ook. Wij geven blijkbaar meer eten dan de anderen.

Week 2

Maandag zijn we met z’n vieren achter boodschappen geweest. Mijn eerste brandwonde van de boda is binnen. Toen we terug een taxi wouden nemen naar huis werden we letterlijk overspoelt door allemaal mannen. Dit waren mannen van de taxi’s. Het is hier verschrikkelijk om op je gemak een taxi te kiezen. Ze trekken aan je, nemen je doos met boodschappen al vast, vertellen hun prijzen voor een rit, … Dit is toch nog altijd wennen. Gisterenavond hielden we dan croque monsieur avond of wel voor de Nederlandse vrienden in dit huis een tosti avond.

Dinsdag startte ik terug met werken in het ziekenhuis. Ik heb trouwens een verpleegshort aan van maatje 52. Dat staat me beeldig! Ik moet telkens wennen en me aanpassen aan hun manier van werken. De ene keer mag ik alles alleen doen, de andere keer onder begeleiding en plots willen de verpleegkundigen dat ik ga gaan zitten en niets meer doe. Dit wordt op de moment zelf beslist en dan moet ik me maar aanpassen. Ook is het soms moeilijk om hen te verstaan. Ze spreken hier heel stil en ze gebruiken ‘hm’ als ja-antwoord. Dit was in het begin super verwarrend want wij gebruiken vaak ‘hm’ als we iets niet begrijpen. Dus ik ging vaak mezelf verduidelijken terwijl ze gewoon ‘ja’ wouden zeggen.

Op dinsdagmorgen komen ouders met hun baby langs om hen te laten vaccineren (polio, pneumokokken, difterie, hepatitis B, …) Ik heb zelf ook heel wat kinderen gevaccineerd. Telkens het kind een spuitje kreeg, ging de moeder direct het kind goed vasthouden en ‘sorry sorry sorry’ gaan zeggen. Dit vond ik best wel raar. Ze zijn heel bezorgd om hun kinderen. De kinderen werden ook gewogen. Dit gebeurde aan een weegschaal die omhoog hing. De grote kinderen moesten er gewoon gaan aanhangen met hun handen. De kleinere kinderen werden door een soort van doek gedragen. De kinderen hadden alle leeftijden. Er zat zelf een kindje bij dat net 1 dag oud was. Hier blijven ze duidelijk niet enkele dagen in het ziekenhuis. Na de bevalling is het terug werktijd.

Dit weekend zijn we ook te weten gekomen dat geld geven aan kinderen op straat helemaal niet goed is. Je kan hiervoor zelfs in de gevangenis vliegen. Het beste is om gewoon iets van eten te geven aan de kinderen. Er zijn ook opgezette organisaties. Zij zetten kinderen langs de kant van de straat en laten hen bedelen om geld. Wanneer het kind niet genoeg geld heeft binnengehaald dan kan dit kind verminkt worden. Verminking zorgt namelijk voor een toename van inkomen door medelijden. We wisten wel dat dit gebeurde maar als je dan ziet welke kinderen er langs de baan zitten en hoe schattig en klein ze soms zijn, dan sta je daar nog eens extra bij stil.

Woensdagmiddag hebben Danique en ik opnieuw rijst met bonen gegeten. We gingen samen lunchen met de jongens van secundary school. Natuurlijk kregen we onze kleine maaltijd niet op, ook al vragen we maar een heel klein bord. Het blijft echt een grote maaltijd. Dat eten vult direct je maag en het is smakeloos. Er was een jongen die aan het wachten was om te eten. Wanneer we vroegen waarom hij nog niet gegeten had, bleek dat hij geen bord had. Ik leende hem mijn bord zodat hij toch eten kon gaan halen. Hier betekent geen bord, geen eten. De kinderen moeten hier alles zelf hebben en opbergen. De kinderen dragen trouwens bijna allemaal een sleutel om hun nek. Dit is de sleutel van hun koffer. De koffer waar al hun ‘eigendom’ inzit. Die koffer is echt kleiner dan wat een kind bij ons krijgt voor Sinterklaas. Dit is echt zo frustrerend.

Die avond gingen we naar een culturele avond. Oeganda heeft één president maar ook verschillende koninkrijken. Deze koningen betekenen politiek niets. Elke koninkrijk heeft zijn eigen dans. En dat werd die avond aan ons getoond. Vrouwen en mannen die allerlei dansen gingen gaan uitvoeren, de ene dans als wat zotter dan de andere. Ik ben verbaasd van het heupwerk van de Afrikanen. Niemand kan dat nadoen. Het was soms echt verbazingwekkend.

Toeristisch uitstapje naar Jinja

Om 7 uur ’s morgens moesten we klaarstaan om te vertrekken naar Jinja. Zoals gewoonlijk was de gids te laat. Maar deze keer viel het goed mee, 20 minuten. Onze gids noemde John. Het is een hele lieve en zorgzame man.

Tijdens onze tocht naar Jinja stopten we aan het Mabira forest. Dit is het tweede grootste oerwoud in Oeganda. We kregen er uitleg door een andere gids over bepaalde bomen en we zagen wilde apen. De gids toonde ons de boom die ingrediënten bevatte voor het medicijn tegen Malaria en er is ook een boom speciaal voor vrouwen. Als je hiervan een sapje zou maken dan zou de vrouw beter in bed worden, alsof dit hier nodig is? Aan kinderen is hier geen tekort. Over de apen waren we heel enthousiast, wauw wilde apen. Hadden we geweten dat we later 20 apen in onze tuin zouden hebben, zouden die apen ons niet meer zo interesseren.

Na de toch in het oerwoud gingen we naar de oorsprong van de Nijl. Bij de overschakeling van het Lake Victoria en de Nijl stonden we stil en konden we een foto nemen, zoals echte toeristen doen. Daarna gingen we naar onze hostel. Het uitzicht was prachtig! Ook de overdekte bar was echt heel gezellig. De kamer viel goed mee of dat vond ik toch. We sliepen met 6 op een kamer. Je hebt er enkele een bed en voor de rest is alles gemeenschappelijk. Enkele meiden vonden het vies en zagen er tegenop om daar te slapen. Ik helemaal niet. Een kamp van de KLJ is nog meer basic dan dat!

De ochtend erop gingen we naar een Craft market. Normaal gezien gingen we eerst allemaal samen naar het bungeejumpen. Marleen (één van de vrijwilligers) wou dit doen. We zouden allemaal meegaan om te supporteren. Jammer genoeg werd ze die morgen ziek. Natuurlijk vroegen ze aan mij wat ze het best kon doen. Verpleegkundigen zijn toch altijd een noodzaak hé!

Op de Craft market had ik het wel al gezien na een uurtje dus ik ging met wat verkopers praten. Het waren vier broers (Hope, Billy, Richard & Kevin). Dit waren zo een toffe kerels. Ze zeiden dat ze muzikanten waren, rappers. Dus ik vroeg hen om iets voor te dragen. Dit was zo zalig. Ik probeerde mee te doen maar ik schakelde al snel over naar enkel dansen op hun lied. Een rapper ben ik toch niet echt. Ze begonnen ook freestyle te zingen over mij, echt hilarisch. Over mijn mooi haar, mijn mooie lach, … Ze kwamen ook opnieuw aan mijn haar. Hoe kan het zo zacht zijn? En waarom is het zo kort?

Mijn naam konden ze goed onthouden. Iedereen kan hier mijn naam goed onthouden want ik ben dé Sarah van Abraham uit de Bijbel. De jongens op de Craft market noemden Fenne gewoon 18 omdat het een te moeilijke naam was. Dit was best wel grappig want we liepen heel lang op die markt en telkens de jongens zich verveelden riepen ze gewoon Sarah en 18!

Om vier uur was het tijd om te gaan paardrijden. Onze laatste uitstap op ons toeristisch weekend. Marleen en ik zijn niet echt zo een goede vrienden met paarden. Het paard had zijn eigen willetje en luisterde gewoon niet. Dus daar zat ik dan lekker op dat paard.

De rit naar huis was echt een hel. Het was heel lang en je wist gewoon niet waar je was. John had ook een andere route genomen om file te vermijden. Maar wat voor route was me dat? Het was heel hobbelig weg en nergens was er licht. Mensen lopen hier tot heel laat op straat en lopen niet langs de kant van de weg. De Nederlanders vrijwilligers zeggen hier dat de Afrikaanse banen lijken op Belgische wegen. Als de Nederlanders mij kunnen pesten met hun commentaar doen ze dat, maar ik sta mijn mannetje wel! Op de weg hebben we ook mensen gezien die letterlijk op straat sliepen. Ze sliepen aan het begin van de weg, wat heel gevaarlijk is. Auto’s, boda boda’s, taxi’s, … houden zicht hier namelijk niet aan de breedte van de baan.

Bij het schrijven van deze blog hebben we ook een nieuw huisdiertje erbij. Naast de mieren en de muggen hebben we er nu ook een gekko bij. We hebben hem Karel genoemd. Lekker gezellig om een huisdier te hebben in dit huis.

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Doingoood