Sarah-goes-wild.reismee.nl

HIV dag

In het ziekenhuis betekent elke donderdagvoormiddag, HIV dag. Vrouwen met HIV komen hier met hun kind. Ze kunnen hun kind laten testen en ze krijgen ook voorlichting over voorbehoedsmiddelen. De opkomst was echt gering. Er is duidelijk een verschil in de interesse van hun kind dan van hun eigen gezondheid. Gisteren op ‘Moederdag’ zaten er dan 20 vrouwen in de zaal, nu was dit maar 6. Natuurlijk was de uitleg in het Oegandees. Tot de verpleegkundige aan mij vroeg of er in België ook mensen zijn die de pil nemen en een condoom gebruiken. En ze stelde zelf de vraag of ik het kende en al gebruikt had. Ik schrok me echt rot (lekker dat Nederlandse taaltje gebruiken van mijn nieuwe huisgenoten). Al die vrouwen schoten in de lach. Eigenlijk schoten ze heel de tijd in de lach, want seks en voorlichting zijn niet echt onderwerpen die je zomaar kan aanhalen.

In de namiddag aten we opnieuw op het project. We aten posho, een typisch Oegandees gerecht. In de namiddag ging ik terug naar het ziekenhuis. Ik heb echt goed gelachen met de verpleegkundigen. Ze leerden me allerlei woorden in het Oegandees. Ik onthoud er geen enkele van! Echt wel schattig hoe ze het me aanleren. Ik moet het eerst altijd nazeggen en dan opschrijven hoe ik denk dat het wordt geschreven. Dan lachen ze me nog eens uit want ik schrijf het altijd grandioos verkeerd. Ik heb ook een Oegandees koekje geproefd, bundaazi. Dit probeer ik mee te brengen naar België.

Ik heb ook de kleine bananen hier geproefd, echt super lekker, heel zoet. Vanavond als toetje eten we jackfruit, ananas en bananen. Het is eigenlijk echt wel triestig dat wij zo een mooi huis hebben, eten kunnen kopen, een terras hebben, … (praktisch alles hebben) en dat er 50 m verder 600 kinderen zitten die niets hebben. Dit wringt echt heel hard. Maar we kunnen maar onze bijdrage leveren door ons werk te doen als vrijwilliger. Eten geven of ze in huis laten is helemaal niet toegestaan want dan staan ze binnenkort allemaal binnen. Het moeilijkste is dat ze weten wat wij allemaal hebben. Zo vroegen de kinderen tijdens het wassen van hun kleren aan Fenne of wij een wasmachine hadden. Dit is ook zo, ook al gebruiken we die niet. Dit is zo hard om op te antwoorden.

Ook de verpleegkundigen horen me vaak uit over geldzaken. Hoeveel heeft deze reis je gekocht, hoe duur is het in België? Oh, je gaat uit eten, heb jij daar geld voor?... Uiteindelijk weet je niet meer wat je hierop moet zeggen.

’s Avond hebben we geholpen met het eten uit te delen. We zagen de keuken waarin het eten werd gemaakt en dit is echt triestig. Het ligt er vuil, het stinkt en het is zo een grote onsmakelijke massa. Het is het zelfde eten als wat wij eten in de namiddag. Je merkt tijdens het eten van die maaltijd dat het gewoon vult. Er is niets lekkers aan. Een kindje van 3 jaar kwam zelf een extra bord vragen tegen betaling. De kinderen hebben trouwens allemaal 1 bord, die ze gekregen hebben van thuis. Dit moeten ze telkens meebrengen naar het lokaaltje waar er eten wordt uitgedeeld. Barbara, de vrouw die de borden aan nam, controleerde heel streng of ze geen tweede maal aanschoven. Dit gebeurt namelijk wel vaak.

Ik moet ook echt letten op mijn taal in het Engels. Ik zeg namelijk heel vaak: 'jezus'. Maar hier is Jezus echt ALLES. Het geloof zit er hier in gestampt. Ook mijn Nederlandse huisgenoten lachen zich kapot met 'mijn taaltje'. Zij zijn met drie en ik ben hier als enige belg. Dit levert echt hilarische momenten op. Ik begin zelf al wat hollands over te nemen, maar sommige woorden blijven echt raar. Enkele voorbeelden:De auto knippert naar rechts = de auto pinkt naar rechts.Dat eten is echt scherp = het eten is echt pikant. Ook de woorden aftrekker, trekrugzak, ik lach me een kriek vinden ze zalig. Fenne is degene van de meiden die heel de tijd 'mijn taaltje' herhaalt. zo zegt ze heel de tijd 'amai', 'zot' en 'zalig'. Blijkbaar zeg ik dit heel vaak. Ze maakt me ook altijd wakker 's morgens, dit verloopt soms goed maar op andere momenten botst ze op de humeurige Sarah in de morgen. Haha terwijl die nederlanders gewoon echt ALTIJD praten.

Morgen wordt nog een dag werken als vrijwilligers en dit weekend trekken we er op uit. We gaan naar de oorsprong van de Nijl. Benieuwd hoe dat zal zijn. Confronterender kunnen we niet zijn: helpen als vrijwilligers en toch de toerist gaan uithangen.

Oliotya, nze Sarah

Om 9 uur was het zover. Ik moest me aanmelden in het ziekenhuis bij Saida. Zij was de verpleegkundige die me zou begeleiden. Er werd gestart met papierwerk. Alles wordt hier nog opgeschreven en afgeprint. Eerst worden de korte consultaties geregeld. Dit waren er deze morgen twee. Een kindje (3,5 maand) die een vaccin moest krijgen en een kindje (2 jaar) met een lelijke wonde die verzorgd moest worden. Bij het laatste kind ben ik naar buiten gegaan. Ik kon het even niet meer aan om het kind zo te zien. De wonde was op een heel gevoelige plaats en dit gebeurde zonder verdoving. In België zou de verzorging nooit op deze manier plaatsvinden. Ook de steriliteit hier is gewoon niet aanwezig. Ze doen handschoenen aan uit een doos en denken dan dat dit steriel is. Vanaf het moment dat ze die ‘steriele’ handschoenen aan hebben, moet alles aan hen gegeven worden met extern materiaal.

Nadien was het de tijd voor de consultaties van zwangere vrouwen. Op woensdag is het altijd ‘vrouwendag’. Hierop komen zwangere vrouwen langs voor hun check-up. Hier voelde ik me echt al een verpleegkundige. Ik mocht registreren, wegen, bloeddruk nemen en vaccinaties geven. Bij het registreren stond ik soms eens stil bij de leeftijd van de vrouwen. Meer of de helft was jonger dan mij en bovendien hadden zij dan al één of twee kinderen. Er was één vrouw die niet gevaccineerd wou worden door mij. Ze vond dat ik dit niet zou kunnen (ik heb dit al meer of 100 keer gedaan). Verder was het ook leerrijk om te weten hoe ze bepalen hoeveel weken de vrouw zwanger is. Ze leggen hun hand net onder de maagstreek en tellen dan de vingers tot de buik opgespannen genoeg is. Eén vinger telt voor twee weken. De bepaling van het hoofd van het kind deden ze aan de hand van palpaties op de onderbuik. Wanneer de ligging van het hoofd bepaald kon worden, werd er naar het hart geluisterd. Dit gebeurde opnieuw met een heel primitief instrument.

In de middag hebben we gegeten op het project zelf. Het was rijst met bonen, best wel lekker. Natuurlijk gaven ze ons veel te veel. De overschot gaf ik aan de kleine kinderen op het project. Ook is het blijkbaar de gewoonte om de blanken eerst eten te geven. Wij wouden mooi in de rij aanschuiven tussen de kinderen maar dit mocht niet.

Nadien waren we terug naar het huis gegaan om iets te drinken. Verschillende kinderen kwamen aan onze deur van het huis staan. Dit doen ze echt altijd. Ze roepen je dan heel de tijd met de naam ‘auntie auntie’ of ‘mzungu’ (wat blanke betekend in het Oegandees) Naast ons huis zit er een klaslokaal. We kunnen telkens alles horen wat er in de klas gebeurd. De school was nog niet begonnen dus de kinderen wouden met ons spelen. Ze vroegen of we radslag konden. Toen zijn we met de kinderen allerlei kunstjes beginnen doen. Telkens ik een radslag deed zei ik ‘hoppa’ en het hilarische was dat de kinderen dat ook begonnen te zeggen: ‘hoppa hoppa hoppa’.

In de namiddag was het heeeeeeel rustig in het ziekenhuis. De verpleegkundigen doen wat administratief werk en dat is het. Ik mocht nu deze taak overnemen. Maar net zoals in België schrijven dokters super onduidelijk. Ik moest dus telkens met de verpleegkundigen overlopen wat er stond.

Doordat de namiddag kalm was had ik veel tijd om te praten met de verpleegkundigen. Ze leerden me enkele woorden in het Oegandees, namelijk Oliotya, nze Sarah (Good morning, I’m Sarah). Verder hadden we het vaak over hoe duur Oeganda is. Iets wat voor mij helemaal niet zo is. Je merkte direct dat ze niet zoveel verdienen in de kliniek. Een broek zoals ik die dag aanhad koste in Oeganda 20 000 shilling, wat overeenkomt met 7 euro in België. Voor hen was dat ontzettend duur. Ook hun nagels lieten ze doen voor 5000 shilling, wat 1.5 euro is.

Ze vonden mijn haar ook heel mooi. De verpleegkundigen komen er heel veel aan (op een heel subtiele manier, maar niet subtiel genoeg voor mij). Ze vinden het heel zachten en ze zouden direct willen omruilen voor hun haar. Ze vroegen ook of ik er olie indeed omdat het juist zo zacht is. Alle kinderen op het project hebben ook bros haar. Waarom weten we nog niet echt. Het is dus soms moeilijk om de meisjes en de jongens van elkaar te kunnen onderscheiden.

De organisatie van de verpleegkundigen is wel helemaal anders of in België. Ze gooien al hun papieren op een hoop. Weten niet waar alles precies ligt. De medicatie zit in één kast en dat is het. De patiënten krijgen ook direct hun medicatie mee tegen betaling. Een verpleegkundige is hier dus een arts, verpleegkundige, administratief medewerker en apotheker.

Deze avond gingen we met alle vrijwilligers in Kampala gaan eten. Ook dus de vrijwilligers die niet op het kinderproject staan. Daarvoor moesten we op een boda boda, een busje en opnieuw op een boda boda. De chauffeurs in Kampala blijven echte gevaarlijke chauffeurs, ook al is de maximum snelheid dat je kan rijden maar 60 km per/ uur. We gingen in een duurdere buurt eten. Maar het eten was slechts 9 euro dus dat is helemaal niet duur voor ons. Het was voor de rest echt supergezellig om iedereen eens te horen. We hebben ook al enkele toeristen uitstapjes geplant voor in het weekend. Om terug te keren moesten we een vertrouwde taxi nemen. s' Nachts is het helemaal niet veilig in Kampala. We moeten dan telkens aan de deur afgezet worden.

Een rollercoaster van emoties

n de morgen kregen we informatie van Inge en Rita. Zij kwamen ons rond 10 uur vergezellen bij het ontbijt. Er werd ons meegedeeld wat we die dag zouden doen. Het was vooral een informatieve dag. Nadat we een uur gewacht hebben op onze chauffeurs, die zoals altijd te laat zijn (dit is een echte trend voor Afrikanen), konden we vertrekken naar ons huis waar ik gedurende 28 dagen zou verblijven.

De rit naar het huis was erg schrikwekkend. Er kwam van alles op ons af. Ik zag auto’s, boda’s boda’s , busjes, … die allemaal door elkaar reden. Verkeersregels, wie houdt zich daaraan? Er waren ook overal dieren die losliepen. Sommige mensen zaten gewoon neer langs de kanten van de straat en dit volgens mij gedurende heel de dag. Sommigen zien er heel uitgeleefd uit. Anderen proberen met allerlei zaken dingen te verkopen. Je hebt hier alle soorten winkels: auto onderdelen, zetels, fruitwinkeltjes, kleipotten, … Noem maar op. De armoede merk je hier sterk op. De huizen waarin ze wonen zijn zeer beperkt qua oppervlak en structuur. Je kan het zelf geen huis noemen.

Met mij gingen nog twee andere meisjes mee: Dagmar & Fenne (Nederlandse vrijwilligers) Zij staan ook op het kinderproject. We kregen uitleg van Maria. Zij is samen met haar man eigenaar over het domein waar wij verblijven. Ze vroeg ons ook wat we zouden willen bereiken tijdens ons verblijf. Ik kon het natuurlijk niet onder stoelen of banken steken dat ik heel graag als verpleegkundige te werk zou willen gaan. Dit werd me op voorhand niet altijd met 100% bevestigd omdat het project voornamelijk gericht is op kinderen en hun schoolactiviteiten. Maar Maria was enthousiast toen ze hoorde dat ik een nurse was! We gingen samen naar het lokale ziekenhuis en ik kreeg daar een verpleegkundige toegewezen die me zou begeleiden. Ik moet morgen starten om 9 uur. Ik heb ook duidelijk opgegeven dat ze me altijd mochten bellen als er een bevalling ging plaats vinden. Dit vonden ze super.

Naast mijn vrijwilligerswerk als verpleegkundige zal ik ook bijspringen in de klassen. Ik ga proberen ook buitenschoolse activiteiten voor de kinderen te organiseren. Er is een grote populatie van weeskinderen op het project aanwezig en die wil ik zo goed mogelijk ondersteunen. Na de uitleg van de kliniek kregen we nog een rondleiding op het terrein.

Vervolgens gingen we rijden op een boda boda. Dit was echt super zalig! Die mannen met hun brommer smeken of je met hen wil meerijden. Ook het onderhandelen omtrent de prijs hoort erbij. We hebben een helm van doingoood gekregen en konden dus zo vertrekken. We gingen richting Kampala. Daar hebben we geld afgehaald, een SIM kaart gekregen en iets lekkers gegeten.

Vervolgens gingen we terug naar het project. Daarvoor moesten we eerst met een busje mee rijden. Deze rit duurt ongeveer 35 minuten, als je geluk hebt. Deze busjes stoppen namelijk om de haverklap. Er is maar 1 regel: zoveel mogelijk mensen in het busje. Want dat brengt namelijk geld op. Ze stoppen dus heel veel langs de kant van de weg om mensen op te halen.

We gingen om de avond af te sluiten naar het centraal gebouw (het wordt hier trouwens al donker om 7 uur) Deze avond was het aan de kinderen van de lagere school om te zingen voor God. En dat was echt fantastisch. De priester zong eerst enkele nummers, daarna was het aan enkele kinderen om te zingen. De kinderen hebben gedanst, gesprongen, gezongen, … Ze hadden de tijd van hun leven. Dit vond ik zo mooi om te zien. Dit kan je niet vergelijken zoals in de films. Het is veel mooier.

Vertrekdag!

Eindelijk de dag van vertrek! In de voormiddag heb ik al mijn spullen nog gecontroleerd en opgeborgen in mijn valies. Ik was klaar om naar de luchthaven te gaan. Mijn oudjes gingen met mij mee om me af te zetten.

Op de luchthaven moest ik Kato vinden. Kato is het Belgische meisje die met me mee ging reizen naar Oeganda. Ik had haar nog nooit gezien maar we vonden elkaar al snel. In Kampala zelf hadden we allebei voor een ander project gekozen en we zouden elkaar enkel maar in het weekend zien.

De reis naar Oeganda verliep zeer vlot, ook al had onze eerst vlucht een uur vertraging. Ik kon op beide vliegtuigen telkens slapen. Maar wie mij kent weet dat ik overal kan slapen. Zelf op de laatste vlucht van Caïro naar Entebbe hebben ze me twee maal moeten wakker maken. Ik wist even niet meer dat ik op een vliegtuig zat. De stewards zeiden telkens: welcome in Entebbe! Ik denk dat ik gewoon ‘ja’ heb geantwoord en me nog eens heb gedraaid op mijn drie stoelen (die ik had geclaimd).

Eindelijk aangekomen in Oeganda moesten we ons visum aanvragen en onze bagage oppikken. Bij het buitenkomen van de luchthaven, die trouwens heel primitief is in vergelijking met ons Belgen landje, stonden twee Oegandese mannen met een blaadje met onze naam op. Deze mannen waren echt super charmant. Na het inladen van de koffers vond ik het wel tijd om een selfie te nemen. Die mannen vonden dat geweldig. Zelf de duckface doen ze gewoon mee! Haha.

Tijdens de rit gaven ze in het begin wat uitleg over waar we waren, maar dit liep al snel ten einde doordat de motor van de auto zodanig veel lawaai maakte dat een echte conversatie niet lukte. Wat we wel hadden door die motor was gratis voetverwarming. De motor van de auto zit namelijk in het midden, vlak bij onze voeten. Dat was heel aangenaam. Wat minder aangenaam was, waren de geuren. Je rook de benzine van de auto heel erg goed.

De mannen zetten ons af aan het vrijwilligershuis om vijf uur in de morgen. Hier zouden we één nacht slapen en morgenvroeg zouden ze ons komen ophalen om 10 uur. Het huis was super goed ingericht en het was echt wel luxe in vergelijking met wat we ons hadden voorgesteld. Dus die eerste dag hebben we goed overleefd!

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Doingoood